woensdag 5 januari 2011

thuiszorg hoe te bezuinigen op de wmo vng januari 2011

Bezuinigen op de WMO U aangeboden door ThuiszorgInHolland. Graag doorsturen naar uw wmo collega's

INVENTARISATIE GEMEENTELIJKE BESPARINGSMOGELIJKHEDEN BIJ
DE INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VAN DE WMO
Vooraf
In verband met het nieuwe verdeelmodel van Cebeon voor de Huishoudelijke Hulp (HH) krijgt een
aantal gemeenten in 2011 minder budget voor de HH. Ook de extra korting van 200 miljoen hakt er in.
Veel gemeenten hebben een bezuinigingstaakstelling vastgesteld of zijn daar nog mee bezig. De VNG
krijgt veel vragen en reacties van gemeenten over mogelijkheden om de kosten van de individuele
voorzieningen van de Wmo te beheersen. Om de informatie voor alle gemeenten toegankelijk te
maken, hebben wij de besparingsmogelijkheden van de gemeenten geïnventariseerd. Deze
inventarisatie zal regelmatig worden geactualiseerd en aangevuld met nieuwe voorbeelden van
gemeentelijke beleid. Onderstaande informatie is geen direct advies. Het gaat om praktijkvoorbeelden
van beparingen aangedragen door gemeenten.
Algemeen
Veel gemeenten kiezen ervoor om voor alle individuele voorzieningen waar dit is toegestaan, eigen
bijdragen en/of eigen aandeel in te voeren. De wetgever biedt deze mogelijkheid. Voor de gebruikers
die én een Wmo voorziening én een AWBZ voorziening hebben (ongeveer 40% van het totaal aantal
Wmo gebruikers) geldt , dat als zij deze eigen bijdrage niet voor de Wmo hoeven te betalen zij die wel
betalen aan de AWBZ. De eigen bijdragen in de Wmo gaan voor op de eigen bijdrage AWBZ. Omdat
de wetgever cumulatie van eigen bijdragen heeft beperkt, zal deze groep mensen nauwelijks meer
hoeven te betalen als de gemeente eigen bijdragen invoert.
Huishoudelijke hulp
Gemeenten geven de volgende besparingsmogelijkheden aan:
Aanscherpen van de criteria voor indicatiestelling voor HH.
• Niet standaard alle 75 plussers bij telefonische indicatie HH toekennen.
• Geen telefonische indicatiestelling bij nieuwe aanvragen. Ervaring leert dat de Wmo consulent
in dat geval op safe speelt en teveel uren toekent.
• Goed nagaan wat de aanvrager zelf nog kan en letten op gebruikelijke zorg door gezinsleden
(afdwingbaar).
2
• Inventariseren wat het netwerk van een aanvrager kan doen (niet afdwingbaar).
• Goed kijken welke algemene voorzieningen (boodschappendienst, was- en strijkservice)
ingezet kunnen worden om het te bereiken resultaat te realiseren.
Geen HH als iemand altijd al een werkster had en deze nu vergoed wil hebben onder de Wmo
Als een aanvrager een particuliere hulp heeft en vanwege een beperking een Wmo aanvraag voor HH
doet, kan de aanvraag worden afgewezen als de aanvrager in de huidige situatie voldoende
gecompenseerd is met de particuliere hulp.
Heroverwegen van de hoogte van de pgb tarieven.
Een aantal gemeenten heeft ervoor gekozen met drie tarieven te werken: een hoog tarief als bij een
thuiszorginstelling wordt ingekocht, een middentarief voor de voormalige alfa's en een laag tarief voor
de buurvrouw. Het laagste tarief is gebaseerd op het minimumloon.
Handhaven of opnieuw kiezen voor de alfaconstructie
Naar aanleiding van de wetswijziging voor de alfahulpen heeft een aantal gemeenten afspraken met
hun zorgaanbieders gemaakt dat alfahulpen in dienst komen bij de zorgaanbieder. De kostprijs van de
HH is daardoor gestegen, soms wel met 4 euro per uur. De wet staat de constructie van de
alfahulpen die hun salaris ontvangen via de zorgaanbieder en ook via de zorgaanbieder bemiddeld
worden nog steeds toe, als de klant daarvoor maar expliciet toestemming geeft. Voor de klant heeft
de alfaconstructie ook voordelen zoals een lagere eigen bijdrage en vaker een vaste hulp.
Gemeenten die kiezen voor de alfaconstructie nemen deze mee als bijzondere dienst bij een nieuwe
aanbesteding.
Verantwoording PGB
Gemeenten geven aan dat een deel van hun klanten het PGB niet, niet juist, of niet volledig besteedt.
Dat is de reden dat zij heldere criteria voor de verantwoording van het PGB opstellen en deze de
eerste jaren stevig willen handhaven. Niet of onjuist bestede middelen worden teruggevorderd.
Daarmee willen deze gemeenten een signaal afgeven dat fraude niet loont.
Woningaanpassingen
Gemeenten geven de volgende besparingsmogelijkheden aan:
• Zij plaatsen (kleine) woningaanpassingen op de lijst van algemeen gebruikelijke voorzieningen
zodat deze woningaanpassingen niet meer voor vergoeding in aanmerking komen. Een
voorbeeld zijn handgrepen in douche en toilet.
• Zij zetten een algemene voorziening op voor kleine woningaanpassingen zoals een
klussendienst.
• Ze brengen de kosten van woningaanpassingen omlaag door beter op de geoffreerde prijzen te
letten. Dit doen ze op verschillende manieren:
3
- Door met de woningcorporaties vaste prijsafspraken te maken voor alle veel voorkomende
woningaanpassingen.
- Er zijn gemeenten die gebruik maken van een applicatie die exact berekent wat de laagste
prijs in de markt voor een bepaalde woningaanpassing is. Rekening houdend met regionale
verschillen en aanpassingen door de tijd heen. De fabrikant geeft aan dat met gebruikmaking
van de applicatie een besparing van gemiddeld 20% op het budget voor woningaanpassingen
mogelijk is. Met de informatie van deze applicatie kunnen Wmo consulenten de offertes van
aannemers beter beoordelen.
– Gemeenten besteden de meest voorkomende woningaanpassingen aan. Op die manier
liggen de prijzen voor meerdere jaren vast en kunnen met de gegunde aanbieder ook
afspraken over kortingen, kwaliteit en levertijden worden gemaakt. Voorwaarde is wel dat de
woningcorporaties instemmen met de aanbesteding.
• Het komt nogal eens voor dat aanvragen in een complex van een woningcorporatie gaan over
de algemeen toegankelijke ruimten in dat complex. Bijvoorbeeld electrische deuren, of
verbreding van een toegangsdeur. Een aantal gemeenten maakt afspraken met de corporatie
over het delen van de kosten van aanpassingen die betrekking hebben op algemene ruimten
van een wooncomplex. Zeker als het gaat om een wooncomplex waar veel ouderen wonen of
een wooncomplex dat speciaal bedoeld is voor ouderen. Zie ook de recente handreiking
Geschikt wonen – nu aanpakken van VNG en Aedes.
• Gemeenten investeren in een goede relatie met de corporaties. Een goede relatie tussen
gemeente en corporatie waarbij men over en weer open en eerlijk met elkaar om gaat, levert
veel besparingswinst op.
• Door de groei van het aantal scootmobielen komt het voor dat er in een wooncomplex met veel
ouderen een probleem met de stalling ontstaat. Vanwege de brandweervoorschriften mogen
scootmobielen niet in de gang of op de galerij worden geplaatst. Gemeente en corporatie
bekijken samen of een centrale stallingsruimte gebouwd kan worden voor alle scootmobielen in
het complex. De kosten kunnen dan gedeeld worden. En klussendienst of buurtconcierge voert
de kleine woningaanpassingen uit.
• Andere gemeenten gaan bij duurdere woningaanpassingen na of een losse woonunit kan
worden geplaatst die kan worden hergebruikt. Dit levert vooral bij aanvragen waarbij de woning
in eigen bezit is, voordeel op voor de gemeenten. Een vaste aanbouw daarentegen wordt
meestal maar voor één gehandicapte gebouwd. Na overlijden kan de woning niet opnieuw
ingezet worden voor een andere gehandicapte.
• Er zijn ook gemeenten die geen verhuiskostenvergoeding verstrekken aan aanvragers die op
grond van hun gevorderde leeftijd naar een andere (beneden of gelijkvloerse) woning willen
verhuizen. Die gemeenten vinden dat dit behoort tot de normale wooncarriere. Zij vinden dat
dit ook geldt voor een jongere met een beperking die vanuit het ouderlijk huis verhuist naar een
begeleid wonen project. Dat jongeren zelfstandig gaan wonen behoort ook tot de normale
wooncarriere. Kanttekening VNG: jurisprudentie is het hiermee nog niet eens. Dit komt omdat
de gemeenten de verhuiskostenvergoeding jarenlang wel hebben verstrekt. De VNG streeft
naar een beleidswijziging in deze.
• Gemeenten streven er ook naar om duidelijke regels op te stellen over in hoeverre woningen
aangepast worden. Op die manier wordt voorkomen dat woningen worden aangepast op een
manier waardoor zij maar heel beperkt in tijd bruikbaar zijn.
4
Individuele vervoersvoorzieningen (scootmobielen, driewielfietsen etc.)
Gemeenten signaleren de afgelopen jaren een stijgende trend in het aantal toegekende scootmobielen.
Soms leidt dit met stallingsproblematiek in wooncomplexen met veel ouderen.
Gemeenten geven de volgende besparingsmogelijkheden aan:
• Criteria voor indicatiestelling aanscherpen zodat minder mensen ervoor in aanmerking komen.
De toekenning van scootmobielen moet maatwerk worden. In het algemeen goed nagaan waar
iemands vervoersbehoefte ligt en of een scootmobiel wel echt nodig is. Iemand die iedere week
naar het buurthuis wil om te kaarten kan misschien ook wel door een vrijwilliger worden
gehaald en gebracht. Bij twijfel een scootmobiel op proef verstrekken voor bijvoorbeeld 3
maanden en na 2,5 maand evalueren. Dat spaart geld en zorg dat iedereen krijgt waar hij recht
op heeft.
• Er is sprake van trend dat er steeds grotere en snellere scootmobielen worden verstrekt. Op
grond van de compensatieplicht is dit niet noodzakelijk. Een 8 of 10 km scootmobiel volstaat,
omdat de scootmobiel bedoeld is voor de verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving.
Voor grotere verplaatsingen is er het collectief vervoerssysteem, waarin de scootmobiel wel
mee moet kunnen!
• Accessoires (b.v. schootkleed) worden niet meer vergoed,of alleen de meerkosten, als er een
medische noodzaak is (bij iemand die zelf geen goede regenkleding aan kan trekken maar
wel met een schootskleed uit de voeten kan).
• Bij de aanbesteding wordt er bij de leverancier bedongen dat deze ook korting verstrekt op de
accessoires zoals het schootskleed en de stokhouder.
• Bij de aanbesteding wordt nagegaan of het onderhoudscontract versoberd kan worden. Dit
bijvoorbeeld alleen correctief onderhoud te doen en geen of minder preventief onderhoud .
• Bij de aanbesteding wordt gevraagd om een afkoopsom voor al het onderhoud . Van belang is
dat het gewenste niveau van onderhoud duidelijk wordt omschreven in het bestek. Dit scheelt
de gemeente uitvoeringskosten omdat niet iedere factuur voor onderhoud apart hoeft te
worden gecontroleerd.
• Samen met de woningcorporatie wordt nagegaan of in wooncomplexen voor ouderen een
scootmobielenpool kan worden opgezet. Hierdoor hoeven minder individuele scootmobielen te
worden verstrekt en wordt bovendien het stallingsprobleem aangepakt.
• Scootmobielen die 's winters niet worden gebruikt, worden alleen voor het zomerseizoen
verstrekt. De huurprijs is wel duurder, maar uiteindelijk spaart het geld.
• De toegang tot dubbele vervoersvoorzieningen wordt beperkt. Als iemand een scootmobiel
heeft dan krijgt hij minder goedkope zones van de regiotaxi.
• Er wordt scherper gekeken naar welke vervoersvoorzieningen als algemeen gebruikelijk
worden beschouwd. Dat heeft ertoe geleid dat de fiets met trapondersteuning voor zowel
kinderen- en jongeren als voor volwassenen met een beperking , niet langer op grond van de
Wmo wordt verstrekt.
5
• Algemeen gebruikelijke voorzieningen worden uit de Wmo gehaald en eventueel vergoed via
de bijzondere bijstand aan klanten met een minimuminkomen. Dat is goedkoper dan het
verstrekken via de Wmo omdat daar geen inkomensgrens geldt.
• Gemeenten inventariseren het “wagenpark” met enige regelmaat (ieder jaar of 1x per twee jaar)
en halen niet gebruikte scootmobielen bij de klanten op. Hiervoor worden
bijstandsgerechtigden en stageaires ingezet.
• De hoogte van het pgb bij scootmobielen en rolstoelen wordt in sommige gevallen afgeleid van
de prijs van een gerenoveerd apparaat en niet van een totaal nieuwe. De motivatie daarbij is
dat het te bereiken resultaat bepalend is. Kanttekening VNG : hier is nog geen eenduidige
jurisprudentie over: rechtbanken spreken zich tegen.
Rolstoelen
Gemeenten geven de volgende besparingsmogelijkheden aan:
• Geen rolstoelen voor incidenteel gebruik meer verstrekken: dat is in strijd met de verordening!
Richt daar een rolstoelpool voor op. Misschien kan er wel samengewerkt worden met de uitleen
van de thuiszorg want die zal op termijn ook wel naar de gemeente overkomen.
• Streven naar zo hoog mogelijk herverstrekkingspercentage
In het geval dat de gemeente eigenaar is van de rolstoelen kunnen deze het beste in bruikleen
aan de klant worden verstrekt. Als de klant de rolstoel niet meer nodig heeft dan gaat deze
naar het depot van waaruit de rolstoel weer herverstrekt kan worden. Meestal beheert de
leverancier het depot. Als meerdere gemeenten dezelfde leverancier hebben, kunnen ze
overwegen een gezamenlijk depot te maken. De afspraak hierbij is dat rolstoelen eerst worden
herverstrekt aan de gemeente die ze in eigendom heeft en als daar geen vraag bestaat ook
de stoel ook in andere gemeenten mag worden verstrekt. Met name bijzondere en individueel
aangepaste rolstoelen kunnen zo makkelijker worden herverstrekt omdat de doelgroep groter
wordt.
• Regel ook dat wanneer een klant een pgb krijgt voor een rolstoel de gemeente eigenaar is, en
blijft van de rolstoel (de stoel is aangeschaft met gemeenschapsgeld). De klant krijgt ook in
dat geval de rolstoel in bruikleen.
• Nagaan of de afschrijvingstermijn van de rolstoelen niet langer kan zijn. Afgeschreven
rolstoelen niet bij de leverancier laten, maar een nieuwe bestemming geven.
• Het “wagenpark” met enige regelmaat (ieder jaar of 1x per twee jaar) inventariseren en niet
gebruikte rolstoelen bij de klanten ophalen. Dat zullen vooral rolstoelen voor incidenteel
gebruik zijn. En van overleden personen. Leg koppeling met gba zodat je op de hoogte bent
van het overlijden.
• Bij de aanbesteding bij de leverancier bedingen dat deze ook korting verstrekt op de
accessoires en op rolstoelen die met een pgb worden aangeschaft.
6
• Bij de aanbesteding nagaan of het onderhoudscontract versoberd kan worden. Bijvoorbeeld
geen preventief onderhoud meer (jaarlijkse servicebeurt) maar alleen correctief onderhoud.
Collectief vraagafhankelijk vervoer (regiotaxi)
Gemeenten geven de volgende besparingsmogelijkheden aan:
• Zij maken van de regiotaxi een voorliggende voorziening. Deze is altijd goedkoper dan het
verstrekken van een individuele vergoeding in geld. Kanttekening daarbij is wel dat er maatwerk
moet worden geleverd en de vervoersbehoefte van de klant goed moet worden onderzocht.
• De overgangsregelingen vanuit de WVG waarbij klanten nog een individuele vergoeding in geld
ontvangen worden afgeschaft en alle klanten maken zoveel mogelijk gebruik van de regiotaxi.
Juridisch gezien moet een overgangsregeling altijd beperkt in de tijd, en eindig zijn.
• Gebruikers betalen het OV-tarief voor de regiotaxi. Kanttekening VNG: de zones zullen over niet
al te lange tijd vervangen worden door kilometers. Dan ligt het voor de hand een tarief per
kilometers te hanteren.
• Het aantal OV tariefzones dat klanten jaarlijks met de regiotaxi mogen reizen wordt beperkt.
Kanttekening VNG: gangbaar is een vervoersbehoefte van max 2.000 km per jaar - maar dat
moet wel maatwerk zijn voor bijvoorbeeld mensen met heel veel medische ritten.
• Klanten met een inkomen hoger dan tweemaal de bijstandsnorm of met een modaal inkomen
krijgen geen toegang tot de regiotaxi. Kanttekening VNG : als iemand met een modaal inkomen is
aangewezen op het collectief vervoer, vraag dan een hoger/kostendekkend tarief.
• Klanten krijgen niet langer de keuze tussen óf een individuele vergoeding in geld óf de regiotaxi.
Naar verhouding kiezen mensen vaker de individuele vergoeding terwijl de gemeente dan relatief
veel moet bijdragen aan de instandhouding van de regiotaxi. Het bieden van een
keuzemogelijkheid leidt, volgens die gemeenten, tot meer aanvragen. Als er geen keuze is zullen
mensen met een eigen auto die het collectieve vervoersvoorziening (cvv) niet willen gebruiken,
geen aanvraag doen.
• Gemeenten streven ernaar goede afspraken te maken met de afdeling leerlingenvervoer over de
grenzen van vergoedingen op grond van de verordening leerlingenvervoer én op grond van de
Wmo. Dit levert niet direct een besparing op maar is wel klantvriendelijker en efficienter.
• Gemeenten investeren in het toegankelijk maken van het reguliere openbaar vervoer. Uit ervaring
van het project toegankelijk openbaar vervoer in Arnhem is gebleken dat 40% van de gebruikers
van de regiotaxi ook regelmatig gebruik maakt van het reguliere openbaar vervoer.
Hulpmiddelen
De besparingsmogelijkheden die zijn beschreven bij de individuele vervoersvoorzieningen en
rolstoelen zijn ook van toepassing op hulpmiddelen. Gemeenten noemen verder nog de volgende
besparingsmogelijkheden:
7
• De sta-op-stoel die per 1-1-2010 uit de ZVW is gehaald wordt niet onder de Wmo vergoed.
Sommige gemeenten vergoeden hem wel via de bijzondere bijstand als de medische noodzaak is
aangetoond.
• Gemeenten maken heldere afspraken met de medisch adviseur over hoe de adviesvraag moet
worden geformuleerd en wat er voor soort advies er moet worden gegeven. Afschaffing van de
medische advisering vinden die gemeenten geen goede zaak. Zij hebben ervaren dat als niet
medisch geschoolde mensen moeten beoordelen of iemand een voorziening moet hebben, ze
nogal eens bij gebrek aan kennis, te veel gaan toekennen.
Parkeervoorzieningen gehandicapten (formeel geen Wmo voorziening, maar wordt in de praktijk
meestal wel door de Wmo afdeling verstrekt)
Gemeenten geven de volgende besparingsmogelijkheden aan:
• Leges voor het aanvragen van een gehandicaptenparkeerkaart en/of -plaats kostendekkend
maken.
• De klant de kosten van het medisch advies dat nodig is voor de parkeervoorziening in
rekening brengen.
8
Bijlage I
Samenvatting gemeentelijke besparingsmogelijkheden bij de individuele voorzieningen van de
Wmo
Samengevat heeft de VNG de volgende besparingsmogelijkheden van gemeenten geïnventariseerd:
Algemeen:
• Beter kijken wat waarvoor echt nodig is. Keukentafelgesprekken
• Eigen aandeel/eigen bijdrage vragen waar mogelijk
Huishoudelijke Hulp
• Beter kijken wat nodig is.
• Gebruikelijke zorg van huisgenoten.
• Niet standaard alle 75plussers drie uur per week geven.
• Heeft aanvrager een particuliere hulp die voldoende compenserend is, dan geen Wmo HH.
• Uitgaan van resultaat: huis schoon.
• In beleidsregels geen zware eisen aan opleiding en dergelijke opnemen.
• Afspraken met aanbieders over efficiënter werken.
• Aanvullende diensten anders regelen.
• Wwb’ers inzetten.
• Drie tarieven voor pgb: buurvrouw, alfa of bij instelling.
• Investeren in de controle op de verantwoording van het PGB.
• Bevorderen alfa’s.
Woningaanpassingen
• Kleine aanpassingen onder de noemer algemeen gebruikelijk
• Klussendienst
• Afspraken met corporaties
• Beter letten op geoffreerde prijzen
• Centrale stalling voor scootmobielen i.p.v. privéstallingen
• Losse woonunit bij eigendom particulier
Individuele vervoersvoorzieningen, scootmobiel
• Scootmobielen eerst 3 maanden op proef, na 2,5 maand evalueren.
• Scootmobielenpool
• 8 km/uur scootmobiel
• Heldere afspraken over preventief onderhoud, wanneer wel/niet
• Scootmobielpools als behoefte niet zo groot is
• Zomerscootmobielen
• Het hebben van een scootmobiel kan leiden tot minder kilometers cvv
• Geen elektrische fiets
• Regelmatig opschoonacties; koppeling gba
• Heroverweging hoogte pgb bij scootmobielen: nieuwwaarde of gerecycled
9
Individuele voorzieningen, rolstoel
• Voor incidenteel gebruik: de rolstoelpool
• Inleveren bij niet ( meer ) gebruik (ook wanneer een PGB is verstrekt); koppeling gba
• Afschrijvingstermijnen verlengen
Collectieve vervoersvoorziening
• Ov tarief alleen voor mensen met een laag inkomen
• Beperk aantal kilometers tot 2000 per jaar.
• Geen keuzemogelijkheid voor individuele vergoeding of cvv.
Parkeervoorzieningen gehandicapten (formeel geen Wmo voorziening, maar wordt in de praktijk
meestal wel door de Wmo afdeling verstrekt)
• Kostendekkend maken van leges voor het aanvragen van een gehandicaptenparkeerkaart
en/of -plaats.
• Bij de klant in rekening brengen van de kosten van het medisch advies dat nodig is voor de
parkeervoorziening .

u aangeboden door www.thuiszorginholland.nl

Geen opmerkingen: