maandag 12 januari 2009

'Stop fusiegolf in thuiszorg'
12.01.2009 | Redactie


De thuiszorg is van onschatbare waarde. Nu dreigt een golf van nieuwe fusies en overnames de zorg te vervlakken. De overheid moet de sector nu een halt toe roepen in plaats van te wachten op een ongewenste fusiegolf. Dat schrijft PvdA-kamerlid Agnes Wolbert in Het Financieele Dagblad.


Het volldige artikel:

'Nieuwe fusies en schaalvergroting dreigen in de thuiszorg als de overheid niet ingrijpt. Volgens adviesbureau PwC was bij 60% van de thuiszorgaanbieders vorig jaar de financiële positie ongezond. Ze hadden te weinig financiële reserves door aanbestedingen, bezuinigingen op de AWBZ en inadequaat management.

Dit jaar neemt het aantal financieel zwakke thuiszorgorganisaties alleen maar toe, is de verwachting. De gedachte dat de thuiszorg geprivatiseerd is en dat het primaat daarom bij de raden van toezicht ligt, is sinds de kredietcrisis achterhaald. De overheid heeft bewezen dat zij kan ingrijpen.

De scheidslijn tussen privaat en publiek is minder scherp dan we dachten en voor de thuiszorg is er een ander essentieel argument voor rechtstreekse overheidsbemoeienis. Zonder ingrijpen is de kans op nieuwe fusies en schaalvergroting groot. Dat is ongewenst. Daarnaast geeft financiële steun aan de thuiszorg een ongekende kans het beleid te sturen in de richting van kleinschalig organiseren op buurtniveau: de wijkverpleegkundige keert terug.

In plaats van te wachten op de volgende ongewenste fusiegolf in de zorg, moeten staatssecretaris Jet Bussemaker en minister Wouter Bos vooraf actie ondernemen. Als we vinden dat patiënten na ziekenhuisopname thuis verpleegd moeten worden, dat ouderen zo lang mogelijk thuis moeten kunnen blijven en dat chronisch zieke mensen niet per se opgenomen hoeven te worden, dan is het behoud van nabij georganiseerde thuiszorg topprioriteit.

Belonen van mismanagement is niet aan de orde. Maar de overheid zou thuiszorgorganisaties, die in principe gezond zijn en die zich bijvoorbeeld door nieuwe wet- en regelgeving in zwaar weer bevinden, actiever financieel moeten helpen - onder voorwaarden. Naar analogie van de bancaire wereld en de steun aan bedrijven, is de vraag relevant welke voorwaarden het kabinet dan aan deze thuiszorgaanbieders moet stellen.

Het ligt voor de hand dat gekeken wordt naar de topsalarissen en naar de efficiency in de bedrijfsvoering. In de zorg is een inhoudelijk argument echter van nog veel groter belang: het kabinet moet de thuiszorg, in ruil voor financiële garanties, dwingen zichzelf anders te organiseren.

De thuiszorg zou meer in buurten moeten werken, met vaste teams van wijkverpleegkundigen en verzorgenden.
Zij zouden in de eerste lijn hun werk moeten doen, in nauwe samenwerking en rechtstreeks gekoppeld aan de huisarts. En wat misschien nog wel belangrijker is, deze wijkverpleegkundigen zouden moeten werken zonder dat dit eerst goedgekeurd moet worden door een afstandelijke instantie zoals het CIZ. Niet aan het begin, maar ook niet na drie maanden of na een half jaar.

Waarom moeten Bussemaker en Bos iets afdwingen dat zo vanzelfsprekend is, waarom organiseert de thuiszorg dat niet spontaan, waar is het wachten nog op? De wijkverpleegkundige terug in de buurt, een vast team met de huisarts en de verzorgenden op fietsafstand, waarom is dat zo moeilijk? Waarom moet dat met dwang en drang, geholpen door de financiële problemen in de thuiszorg, tot stand worden gebracht?

Het antwoord is even simpel als ontluisterend: ook in de thuiszorg is het management niet meer gewend te denken vanuit de menselijke maat of vanuit de medewerkers. De geld gedreven managementstijl legt het zwaartepunt louter bij efficiency. Hoe meer je het alledaagse contact tussen mensen splitst in schijnbaar efficiënte deeltaken, des te meer verlies je uit het oog dat medewerkers zelf vaak de slimme oplossingen hebben. Medewerkers worden geperst in een afstandelijk keurslijf en zij verliezen de motivatie waarmee zij in de thuiszorg aan de slag gingen.

Naar analogie van de banken lijkt ook in de thuiszorg de top niet meer te weten wat er aan de basis van de organisatie aan werk wordt verricht. De managers hebben geen idee meer hoe de diensten eruit zouden moeten zien als ze gezond, duurzaam en op de menselijke maat uitgerust worden. Dat geldt natuurlijk niet voor iedere organisatie. Daar waar medewerkers wel zelfstandig mogen werken, blijken wijkverpleegkundigen met hetzelfde geld twee keer zo veel cliënten te kunnen helpen, zelf niet ziek te worden en een 8 plus te krijgen als waardering.

De thuiszorg is van onschatbare waarde en van groot maatschappelijk belang. Reden genoeg om de dreigende golf van nieuwe fusies en overnames in de sector een halt toe te roepen en het werk zo overzichtelijk in te richten dat professionals het heft weer in handen kunnen nemen en indicaties tot een minimum teruggebracht kunnen worden.'


Agnes Wolbert is lid van de Tweede Kamer voor de PvdA.