donderdag 17 juli 2008

btw en thuiszorg

ik ben ondernmer in de zorg en heb een bedrijf. Als ik een particulier een factuur stuur mag ik daar geen btw over heffen. Maar verricht ik personeels diensten voor een stichting dan moet ik wel btw heffen. Ik duik maar eens even in de wetgeving







Wijziging btw-vrijstelling voor thuiszorg / WMO
21 september 2006

Op 19 september 2006 (Prinsjesdag) is het belastingplan 2007 vrijgegeven. Een van de aangekondigde wetswijzigingen die op 1 januari 2007 van kracht zullen worden betreft de btw-vrijstelling voor thuiszorg.

Volledig bericht
Op 19 september 2006 (Prinsjesdag) is het belastingplan 2007 vrijgegeven. Een van de aangekondigde wetswijzigingen die op 1 januari 2007 van kracht zullen worden betreft de btw-vrijstelling voor thuiszorg.

Huidige btw-vrijstelling voor thuiszorg

Op dit moment bestaat er een wettelijke btw-vrijstelling voor thuiszorgdiensten die voorheen werden genoemd in art. 15 van het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekosten. Hoewel dit Besluit zorgaanspraken met ingang van 1 april 2003 is vervallen heeft de staatssecretaris goedgekeurd dat, in afwachting van een wetswijziging, de btw-vrijstelling voor thuiszorgdiensten overeenkomstig de situatie van vóór 1 april 2003 kan worden toegepast. Voorwaarde is dat sprake is van geïndiceerde zorg die bij de hulpbehoevende thuis wordt verleend.

‘Overheveling’ van huishoudelijke verzorging naar WMO

Huishoudelijke verzorging, nu nog een van btw vrijgestelde AWBZ-verstrekking, zal met ingang van 1 januari 2007 onder de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) vallen. De huidige btw-vrijstelling voor thuiszorg zal dan niet meer op huishoudelijke verzorging kunnen worden toegepast.

De staatssecretaris van Financiën heeft herhaaldelijk aangegeven dat hij voornemens was dit ‘btw-probleem’ op te lossen, maar een concreet wetsvoorstel hiertoe bleef uit. Hierin is nu verandering gekomen.

Toekomstige btw-vrijstelling voor thuiszorg

Op grond van het op 19 september 2006 aangekondigde wetsvoorstel zal de btw-vrijstelling met ingang van 1 januari 2007 in eerste instantie gelden voor de diensten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a tot en met e, en h, van het Besluit zorgaanspraken AWBZ. Het betreft hier vooral de persoonlijke verzorging en verpleging van hulpbehoevenden. De btw-vrijstelling geldt alleen als er sprake is van geïndiceerde zorg. De formele eis dat de verzorging moet plaatsvinden bij de hulpbehoevende thuis is vervallen.

Daarnaast voorziet het wetsvoorstel ook in een btw-vrijstelling voor huishoudelijke verzorging die met ingang van 1 januari 2007 onder de WMO valt. Het moet dan gaan om huishoudelijke verzorging aan personen ‘ten behoeve van wie ingevolge die wet (de WMO) vaststaat dat ze op die verzorging zijn aangewezen’.

Geen winstcriterium

De btw-vrijstelling voor thuiszorg (AWBZ en WMO) geldt ook voor winstbeogende ondernemers. Dit betekent dat naast de reguliere thuiszorginstellingen zonder winstoogmerk, ook commerciële instellingen en bedrijven van de vrijstelling gebruik kunnen maken.

Gezien de tekst van het wetsvoorstel lijkt het erop dat de btw-vrijstelling in de toekomst ook voor huishoudelijke verzorging in het kader van de WMO zal gelden als de zorg ‘in onderaanneming’ wordt uitbesteed. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan een thuiszorginstelling die de onder de WMO vallende huishoudelijke verzorging van een patiënt (in onderaanneming) uitbesteedt aan een schoonmaakbedrijf. Zowel het schoonmaakbedrijf als de thuiszorginstelling kunnen dan de btw-vrijstelling toepassen. Dit geldt uiteraard niet als de thuiszorginstelling alleen personeel inleent van het schoonmaakbedrijf. Uitlenen van personeel is immers (vrijwel altijd) belast met 19% btw.

Uitvoeringsproblemen?

De voorwaarde dat het moet gaan om huishoudelijke verzorging aan personen ‘ten behoeve van wie ingevolge die wet (de WMO) vaststaat dat ze op die verzorging zijn aangewezen’ zal overigens wel tot praktische (uitvoerings)problemen kunnen leiden.

Het zijn in beginsel de gemeenten zelf die (individueel) gaan bepalen welke zorg zij gaan aanbieden onder de WMO en wie daarvoor in aanmerking komen. Gezien de huidige tekst van het wetsvoorstel is het daarom niet uit te sluiten dat bepaalde vormen van huishoudelijke verzorging in de ene gemeente wel en in de andere gemeente niet zullen zijn vrijgesteld van btw.

Dit zal vooral tot vragen kunnen leiden als een gemeente bepaalde huishoudelijke zorg gedeeltelijk vergoedt (al dan niet in de vorm van een ‘persoonsgebonden budget’). Valt dan de verleende huishoudelijke zorg geheel onder de btw-vrijstelling, of alleen in de mate waarin deze wordt vergoed? Verwacht mag worden dat de wetgever met nadere uitvoeringsregelingen komt waarin antwoord zal worden gegeven op deze (en andere) vragen. Uiteraard zullen wij u van nadere ontwikkelingen op de hoogte houden.

Tot slot

Met dit wetsvoorstel wordt antwoord gegeven op een prangende vraag die al langere tijd in de thuiszorg leeft. Huishoudelijke verzorging die met ingang van 1 januari 2007 onder de WMO valt wordt vrijgesteld van btw.
De vrijstelling is ruim geformuleerd en geldt voor zowel winstbeogende als niet winstbeogende (thuiszorg)instellingen/bedrijven. Het ziet er naar uit dat de btw-vrijstelling ook kan worden toegepast als de zorg ‘in onderaanneming’ wordt uitbesteed.

Omdat gemeenten zelf (individueel) kunnen bepalen welke zorg zij onder de WMO willen aanbieden, onder welke (aanvullende) voorwaarden en aan welke personen, kunnen zich in de praktijk problemen voordoen bij de toepassing van de btw-vrijstelling.
Verwacht mag worden dat de wetgever op dit punt met nadere uitvoeringsregels komt. Uiteraard informeren wij u als zich nieuwe ontwikkelingen voordoen.
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met:
Amsterdam:
Einte van der Wal (Senior Tax Manager), Tel: 020 - 568 66 78
Arnhem:
Mike Raafs (Tax Director), Tel: 026 - 371 2630
Den Haag:
Roger Bovy (Tax Partner), Tel: 070 - 342 64 19
Eindhoven:
Paul Geurten (Tax Director), Tel: 040 – 224 47 86
Yvo van Swaaij (Tax Manager), Tel: 040 – 224 46 92

Rotterdam:
Mark Bodt (Senior Tax Manager), Tel: 010 - 407 56 34

Utrecht:
Eduard Flinterman (Senior Tax Manager), Tel: 030 - 219 19 36

Zwolle:
Wladimir Rouwenhorst (Tax Partner), Tel: 038 - 427 27 29
Paul Hulshof (Tax Director), Tel: 038 - 427 27 29

Bron: Ministerie van Financiën, 19-9-2006, Nieuwsbericht en Belastingplan 2007.

woensdag 16 juli 2008

thuiszorg wat is ?

met dank aan : plusonline.nl

Thuiszorg in VIJF KORTE LESSEN, zo krijgt u hulp in huis

Les 1: Soorten zorg
Wie door ziekte of ouderdom hulp nodig heeft om zelfstandig te kunnen blijven wonen, kan aanspraak maken op vergoedingen voor hulp aan huis. De belangrijkste wetten die deze vergoedingen regelen zijn de AWBZ en de WMO.

De AWBZ vergoedt:
• Persoonlijke verzorging: hulp bij alledaagse handelingen zoals opstaan, douchen en aankleden.
• Verpleging, zoals hulp bij het gebruik van medicijnen, wondverzorging en beademing.
• Ondersteunende begeleiding bij activiteiten thuis en buiten de deur.
• Activerende begeleiding, zoals leren om - gaan met een handicap of problemen.
• Kortdurend verblijf buitenshuis (weekendopvang, vakantieopvang of logeeropvang voor maximaal 104 dagen per jaar).
• Behandeling en verblijf in een instelling, zoals een verpleeghuis.

De WMO vergoedt onder andere:
• Huishoudelijke hulp (stofzuigen, wc schoonmaken, wassen, strijken, organiseren van het huishouden en overnemen van het huishouden). Het is belangrijk om te weten wat voor soort zorg u denkt nodig te hebben, want daarvan hangt af of u uw aanvraag bij de gemeente doet of bij het Zorgkantoor.


Les 2: De aanvraag
Een aanvraag voor een AWBZ-voorziening dient u in bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), dat beoordeelt welk deel van uw zorgvraag door de AWBZ is gedekt. Daarbij kijkt het CIZ ook of een inwonende partner of kinderen taken moeten uitvoeren; dit heet ‘gebruikelijke zorg’. Als het CIZ uw aanvraag toekent, ontvangt u een indicatiebesluit, waarin staat hoeveel zorg u krijgt en voor welke periode. Hiermee kunt u naar het Zorgkantoor in uw regio om de hulp daadwerkelijk te regelen.
Bent u het niet eens met de beslissing van het CIZ, dan kunt u een bezwaarschrift indienen bij de regiodirecteur van dit orgaan. Doe dat binnen zes weken nadat het indicatiebesluit is verstuurd. Zet duidelijk uiteen waarom u vindt dat u bijvoorbeeld meer uren zorg nodig hebt en maak gebruik van de gelegenheid om uw argumenten mondeling toe te lichten.
Het CIZ moet binnen zes weken na ontvangst van uw bezwaarschrift reageren. Na de bezwaarprocedure kunt u eventueel nog in beroep bij de arrondissementsrechtbank.
Een aanvraag voor een WMO-voorziening doet u bij de gemeente. Die beoordeelt (of laat beoordelen) of u hulp krijgt en zo ja, hoeveel. Denk niet dat u ernstig ziek of bedlegerig moet zijn om hulp te kunnen krijgen. U kunt ook een aanvraag indienen omdat het huishouden u te zwaar valt of omdat u bepaalde taken niet meer aankunt. De gemeente kijkt wel of er een gezonde huisgenoot is, zoals een partner of oudere kinderen. Als die er zijn, is de kans groot dat zij het huishouden moeten doen. De procedure voor het afhandelen van WMO-aanvragen verschilt per gemeente. Raadpleeg voor details het zorgloket WMO in uw gemeente. Tegen een beslissing van de gemeente kunt u binnen zes weken bezwaar maken.


Les 3: Persoonsgebonden budget
Wie graag zijn eigen zaakjes regelt, kan zowel in de AWBZ als in de WMO kiezen voor een PersoonsGebonden Budget (PGB). Hiermee kan de budgethouder zijn of haar eigen hulpverleners inhuren.
In de AWBZ stelt het Zorgkantoor de hoogte van het PGB vast. De budgethouder krijgt dit vooraf op zijn rekening gestort en kan het vervolgens naar believen uitgeven aan hulp. U bent dus ook vrij om helpers uit uw eigen netwerk te betalen voor bijvoorbeeld persoonlijke verzorging. Wel moet u achteraf verantwoording afleggen over de besteding van het bedrag als dat meer is dan €2500.
Kiest u voor een PGB in de WMO, dan bepaalt de gemeente de hoogte van het bedrag. Hiervoor kunnen gemeenten uiteenlopende tarieven hanteren, afhankelijk van het soort hulp dat u nodig hebt. Een huishoudelijke hulp aan wie u instructies geeft, wordt aangeduid met het Romeinse cijfer I. Een hulp die instructies aanvaardt maar ook ongevraagd de noodzakelijke hygiëne in de gaten houdt (denk aan bederfelijke waren in de keuken), krijgt het cijfer II mee. Huishoudelijke hulp III ten slotte runt zelfstandig het hele huishouden, zonder aanwijzingen van de budgethouder.
Om het makkelijker te maken, hebben sommige gemeenten II en III samengevoegd. De hoogte van de vergoeding verschilt per gemeente en kan voor huishoudelijke hulp I uiteenlopen van krap €10 tot ruim €17 (zie de Top 10 Gulle gemeenten en de Top 10 Krenterige gemeenten). De redenering is dat zorg in de ene gemeente goedkoper is dan de andere. De belangenvereniging voor budgethouders Per Saldo is niet blij met deze ontwikkeling. Per Saldo vreest dat het persoonsgebonden budget op deze manier geen volwaardig alternatief biedt voor zorg in natura. De belangenvereniging stelt dat een bedrag onder de €15 per uur niet toereikend kan zijn, omdat hulp door een thuiszorgorganisatie bijna altijd meer kost. Met een vergoeding onder de €15 is een budgethouder dus aangewezen op hulp door familieleden en kennissen. Sociale zekerheid voor de hulpverlener – denk aan loondoorbetaling bij ziekte – is voor een bedrag tussen de €10 en €15 euro niet te realiseren. Per Saldo raadt daarom aan om bij de gemeente bezwaar te maken tegen een uurver-goeding onder de €15 euro, met als argument dat dit niet gelijkwaardig is aan hulp in natura. Die wordt immers wel door een thuiszorgorganisatie geleverd. In de gemeente Bellingwedde in Noord-Groningen heeft een budgethouder dit uitgevochten voor de rechter en gelijk gekregen: de rechter oordeelde dat een PGB ter hoogte van €10,87 per uur te laag was. Ook staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft gezegd zich zorgen te maken over de tarieven en actie te ondernemen richting gemeenten.


Les 4: Eigen bijdrage
Zowel voor verzorging en verpleging uit de AWBZ als voor WMO-voorzieningen (niet voor rolstoelen) is een eigen bijdrage verschuldigd, die afhankelijk is van het inkomen. In de AWBZ is de eigen bijdrage aan een wettelijk maximum gebonden. Zo betaalt u voor verpleging nooit meer dan 20 procent van de kosten zelf, bij persoonlijke verzorging nooit meer dan 33 procent. Bij zorg in natura betaalt u de eigen bijdrage aan het CAK-BZ. Ontvangt u een PGB, dan ontvangt u een netto bedrag. U hoeft hiervan dus niet nog een keer de eigen bijdrage te betalen, want die is al ver-rekend.
In de WMO mogen gemeenten zelf bepalen of ze een eigen bijdrage vragen en of ze hieraan een maximum verbinden. Het kan dus gebeuren dat de gemeente u huishoudelijke hulp toekent, maar vervolgens verlangt dat u deze voor 100 procent zelf betaalt. In dat geval heeft de toekenning van hulp weinig zin en kunt u de hulp net zo goed zelf regelen.
Wie zowel uit de AWBZ als uit de WMO hulp ontvangt, betaalt twee eigen bijdragen. Het CAK-BZ is de centrale instantie waar deze eigen bijdragen samenkomen. De optelsom van deze bijdragen mag niet hoger zijn dan een bepaald maximum. Dit maximum is voor iedereen anders en is afhankelijk van inkomen, leeftijd en aantal personen in het huishouden.
Als het goed is, ontvangt u van het CAK-BZ ook een brief waarin de verschuldigde eigen bijdragen voor beide regelingen worden vermeld en toegelicht. Belangenvereniging Per Saldo heeft de ervaring dat de hoogte van de eigen bijdrage veel mensen tegenvalt. Het advies: vraag na bij het CAK-BZ hoe de berekening van de eigen bijdrage tot stand is gekomen.
Maakt u gebruik van de AWBZ en de WMO en heeft u naast een PGB ook zorg in natura, dan moet u zelf goed in de gaten houden of uw eigen bijdragen niet boven uw persoonlijk maximum uitkomen.


Les 5: Uitzonderingen
De WMO bestaat sinds 2007. Daarvoor werd huishoudelijke hulp vergoed vanuit de AWBZ. Wie al in 2006 een vergoeding kreeg voor huishoudelijke hulp vanuit de AWBZ, behoudt deze vergoeding in 2007. Wel is sinds 2007 de gemeente verantwoordelijk voor het regelen van de hulp. Dat kan betekenen dat er een andere hulp komt vanuit een andere thuiszorgorganisatie of schoonmaakbedrijf.
Wie liever zelf zijn hulp uitkiest, kan een PGB aanvragen. Vanaf 2008 moet iedereen die een vergoeding voor huishoudelijke hulp wil, deze aanvragen via de gemeente. Dat kan betekenen dat u een andere eigen bijdrage gaat betalen en/of een lager PGB krijgt. ◾

Thuiszorg van A tot Z, verklarende woordenlijst

AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten)

Verzekering waarvoor inwoners van Nederland premie betalen via een inhouding op hun loon of uitkering. De wet vergoedt zorg aan langdurig zieken, gehandicapten en ouderen. Denk daarbij aan verzorging, verpleging en begeleiding thuis of behandeling en verblijf in een verpleeg- of verzorgingshuis. Huishoudelijke hulp valt sinds 1 januari 2007 niet meer onder de AWBZ, maar onder de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). ‘Zwaardere’ zorg, zoals verpleging, valt nog wel onder de AWBZ.

Budgethouder
Iemand met een Persoonsgebonden Budget (PGB).

CAK-BZ (Centraal AdministratieKantoor Bijzondere Zorgkosten)
Wie gebruik maakt van de thuiszorg, krijgt dat over het algemeen gedeeltelijk vergoed en moet een deel zelf betalen. Voor welk deel u zelf opdraait is onder meer afhankelijk van uw inkomen. Dit kantoor stelt de hoogte van eigen bijdragen vast en het CAK-BZ int deze eigen bijdragen ook.

CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg)
Landelijke organisatie met regionale kantoren die bepaalt of een aanvrager van zorg in aanmerking komt voor deze zorg en voor hoeveel uur. Het kan gaan om verpleging thuis en kunt u ook met het CIZ te maken krijgen als u alleen huishoudelijke hulp nodig hebt. Sommige gemeenten verwijzen aanvragers daarvoor door naar het CIZ.

PGB (PersoonsGebonden Budget)
Wie hulp in huis wil, kan kiezen: hulp in natura, dus ‘toegewezen zorg’ of een geldbedrag waarmee u het min of meer zelf kunt uitzoeken. Dat ‘bedrag’ heet het persoonsgebonden budget en wordt vastgesteld en uitgekeerd door de gemeente als het om huishoudelijke hulp gaat of door het Zorgkantoor als het ‘zwaardere’ zorg betreft (zie Les 1). Bij een PGB kom heel wat papierwerk kijken en daarbij helpt de
SVB: Sociale VerzekeringsBank. Deze uitkeringsfabriek kent ook het onderdeel Servicecentrum PGB. Dit servicecentrum voert gratis de salarisadministratie voor budgethouders in de AWBZ van wie de hulp een dienstverband heeft. Ook voor budgethouders in de WMO voert de SVB deze taak uit, onder voorwaarde dat de betreffende gemeente een overeenkomst met de SVB heeft.

WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning)
Voorziening die wordt uitgevoerd door gemeenten. De wet biedt voorzieningen die nodig zijn om mensen met beperkingen deel te laten nemen aan de samenleving, zoals aanpassingen in huis of auto of huishoudelijke hulp. De gemeente kent hulp toe in natura (regelt bijvoorbeeld dat iemand bij u komt schoonmaken) of in de vorm van een persoonsgebonden budget.

Zorgkantoor
Het Zorgkantoor is door de overheid ingesteld en voert de AWBZ uit. Het kan de geïndiceerde zorg regelen in natura óf uitkeren als een persoonsgebonden budget.

Tekst José Mast, met medewerking van Frans van der Pas, beleidsmedewerker Per Saldo.

Meer informatie?
Op de website www.cak-bz.nl kunt u uw eigen bijdrage voor de WMO zelf uitrekenen.
U kunt hiervoor ook bellen naar het CAK-BZ: 0800-1925 (gratis).

De belangenvereniging Per Saldo (ruim 19.000 leden) informeert en ondersteunt haar leden die budgethouder zijn en komt op voor hun rechten bij instanties en bij de politiek: 0900-742 48 57 (€0,20 pm, ma-do 9.30-12 uur en 13.30-16.30 uur).
Per Saldo, Postbus 19161, 3501 DD Utrecht.

Het juiste PGB Servicecentrum vindt u via 030-264 82 00 of www.svb.nl.

Een overzicht van de Zorgkantoren is te vinden op de website van
Zorgverzekeraars Nederland: www.zn.nl.